Roadtrip IJsland: voorbereiding
De bestemming voor vakantie 2013 was redelijk snel bepaald. Zowel reisgenoot Martijn en ik zijn liefhebber van ruige natuur en waar anders dan in IJsland is dit voorhanden.
Na veel te hebben gelezen en verhalen + de do’s and dont’s van vrienden en reisbureau IJslandspecialist.nl te hebben aangehoord hebben we een schitterende route gepland en deze uiteindelijk geboekt bij IJslandspecialist.nl
Note: De ‘dagboek’ aantekeningen van dag 1 t/m 5 zijn onvindbaar. Op basis van foto’s, de geplande route en herinneringen zal ik proberen toch een zo compleet mogelijk verhaal te plaatsen.
- Published in IJsland
Roadtrip IJsland – dag 1: Baak – Vogar
Na een korte vlucht kwamen we aan op Keflavik International Airport. Lopend naar de autoverhuur maatschappij waar we onze gereserveerde auto op konden halen bleek het vrij mistig en regende het. Hopelijk was dit geen voorbode voor de rest van de reis.
Zoals we inmiddels gewend zijn duurt het papierwerk bij de autoverhuur weer onnodig lang, maar goed het zij zo. Na ontvangst van de autosleutels kon onze roadtrip eindelijk beginnen.
Ik had een mooie rondrit gepland om via een toeristische route over het Reykjanes schiereiland naar ons hotel te rijden. De mist was echter zo heftig dat het zicht hooguit 50 meter was en we behalve een mooi kerkje in Hafnir echt niets gezien hebben.
Onze overnachting was in het plaatstje Vogar in het gelijknamige Hotel Vogar. Het hotel stelde niet veel voor maar een goed bed en sanitaire voorzieningen is al genoeg voor ons.
’s Avond hebben we gegeten bij Gamla Posthusid (nr.1 van 1 bij Tripadvisor) tegenover ons hotel. Martijn bestelde daar de walvis die gewoon op het menu stond en die ik uit principe niet eet! De forel was echter ook overheerlijk.
Overnachting: Hotel Vogar
Diner: Gamla Posthusid
Gereden km’s: +/- 100 km
Weer: Mist en regen
- Published in IJsland
Roadtrip IJsland – dag 2: Vogar – Geysir
De route van vandaag gaat van Vogar over de 41 richting hoofdstad Reykjavik om vervolgens via de 1 verder richting oosten de rijden. De weg met nummer 1 (Þjóðvegur 1) is trouwens de ringweg (Hringvegur) rond heel het eiland en is zo’n 1339 kilometer lang. De eerste stop was bij een onofficiele gedenkplaats voor verkeersslachtoffers. Ze worden herdacht met witte kruizen tegen een achtergrond van het ruige ijslandse landschap, dit gaf een nogal surrieel beeld.
Een stukje verder in noordoostelijke richting ligt de vulkaan Kerið. Het is een zogenaamde explosiekrater en is 170 bij 270 meter en 55 meter diep. De prachtige krater is gevuld met groen water en is zo’n 3000 jaar geleden ontstaan. Verder oostwaards bij het plaatstje Skálholt staat de erg mooie Skálholt Cathedral. Een stukje verder ligt de Hjálparfoss waterval (hulpwaterval). Een dubbele maar vrij lage waterval. Helaas was het erg bewolkt en konden we geen mooie platen schieten.
De bedoeling was om de prachtige Haifoss waterval te bezoeken. De weg erna toe was echter te slecht om met onze 2wd auto te rijden en hiken in de regen zagen we ook niet echt zitten. We zijn dan ook door gereden naar de populaire Gullfoss waterval. Na een broodje en een warme choco in het bezoekerscentrum hebben we in de regen en waternevel van de Gulfossbekeken. Om niet door en door nat en koud te worden deden we dit vanaf het uitzichtpunt op een afstandje. Gullfoss betekent Gouden Waterval en ligt in de 40 kilometer lange Hvítá (witte rivier). Het water valt in twee trappen zo’n 32 meter naar beneden. De waterval is onderdeel van de populaire “Golden Circle” (toeristische dagtrip vanuit Reyjavik met Gullfoss, Geysir en Þingvellir)
Daarna zijn we door gereden naar hotel Geysir tegenover de wereldberoemde Stokkur geiser. Geysir is afgeleid van het IJslandse werkwoord að gjósa, dat zoiets als spuiten of (op)borrelen betekent (bron: wikipedia). Bij de Stokkur was het erg druk. Dit was ook de reden dat we het hotel bij de geiser hebben geboekt. Om namelijk de volgende ochtend bijna als eerste en zonder drommen toeristen de Stokkur te aanschouwen. Wat een geniale zet bleek dit te zijn.
’s Avonds hebben we in hotel gegeten.
Overnachting: Hotel Geysir
Diner: Hotel Geysir
Gereden km’s: +/- 275 km
Weer: regenbuien, bewolking maar ook zon
- Published in IJsland
Dag 6: Aberdeen – Aviemore
De route ging vandaag richting westen naar Nationaal Park Cairngorms in de Highlands. De kern van het gebied wordt gevormd door een massief met daarin de hogere toppen van de hooglanden, er is een aantal pasovergangen. Het gebied ontleent zijn naam aan de berg Cairn Gorm (dat Blauwe of Groene Berg betekent). Met 1309 met is de Ben Macdui de hoogste berg van de Cairngorms. Grote delen van het gebied liggen boven de boomgrens.
Ook dit was wederom een mooie route met onderweg stops bij Schotlands meest geavanceerde Z-Plan kasteel: Castle Fraser, de ruines van het 13 eeuwse Kildrummy Castle en de ruines van het in een schitterend heuvellandschap gelegen Glenbuchat Castle. Na de bagage te hebben achtergelaten bij ons B&B in Aviemore zijn we naar de berg Cairn Gorm gereden (1245 meter hoog), helaas waren we laat en was het mistig zodat een rit met de kabel verder omhoog geen zin had. Het uitzicht was wel mooi. Op de terugweg hebben we nog even gerelaxed bij Loch Morlich.
Overnachting: Carn Mhor in Aviemore
Diner:
Km’s: 225 km
Weer: bewolkt/zon, 20 graden
- Published in Schotland
Dag 7: Aviemore – Inverness
We zijn eerst richting noorden gereden via uit +/- 1380 stammende Cawdor Castle en Kilravock Castle naar de Culloden Battlefields, hier zijn in 1746 bij een slecht een uur durende veldslag tussen een leger van Jacobieten (voornamelijk fransen en schotten) onder leiding van Prins Charles Edwart Stuart het opnam tegen het engelse regeringsleger. De jacobieten met de schotten in hun geledingen verloren. Aangezien de meerderheid van de Jacobieten Schots was, moest Schotland het ontgelden. Alle wapens werden in Schotland verboden. zelfs de doedelzak werd hierbij tot wapen verklaard en dus verboden. De Schotse kledij, waaronder de kilt, werd verboden. Dragen van Schotse kleding leidde tot gevangenisstraffen van 6 maanden tot zeven jaar. De clans hadden tot aan de Slag bij Culloden allemaal enige mate van autonomie gehad. Deze voorrechten werden opgeheven, waardoor het clansysteem verdween. Een behoorlijke ommekeer in de schotse geschiedenis dus.
De trip ging verder met een rondje Loch Ness. Het meer is zo’n 56 km2 groot en tot 230 meter diep. En nee, we hebben Nessie niet gezien! Aan de oostzijde hebben we de Fall of Foyer Fall bekeken en hebben vervolgens in het toeristische Fort Augustus geluncht. Fall of Foyers (de rokende waterval) is een 50 meter hoge waterval in de Foyers rivier die in Loch Ness uitmond. Via de westelijke oever zijn we naar Urqhart Castle gereden. Deze ruine is erg mooi, helaas is het er echter ook erg druk. Urquhart Castle is een 13e-eeuws kasteel, schitterend gelegen aan Loch Ness in de Schotse Highlands. Het was eens één van de grootste kastelen van Schotland. Sinds 1690 is het kasteel verlaten en raakte het steede verder in verval.
De trip ging verder westwaarts door Glen Affric. Glen Affric wordt vaak wel de mooiste vallei van Schotland genoemd. Het beschermde natuurgebied is zo’n 145 km2 groot en bevat naast dennen en heide ook verschillende meren en bergen en is populair bij wandelaars, klimmers en mountainbikers.
Vervolgens ging het door naar het Inverness. Hier hebben we ’s avonds Inverness Castle bekeken en gefotografeerd. Het schitterend verlichte kasteel kijkt uit op de Ness rivier en stamt in zijn huidige vorm uit 1836.
Overnachting: Ardentorrie Guesthouse
Diner:
Km’s: 205 km
Weer: bewolkt/zon, 14 graden
- Published in Schotland
Dag 8: Inverness – Ullapool
Via The Black Isle (schiereiland noordelijk van Inverness) zijn we via het Struie Viewpoint (met zicht op de Dornoch Firth Baai) naar het Dunrobin Castle gereden. Het van de buitenzijde schitterende Dunrobin Castle is een vijftiende-eeuws kasteel en de zetel van de clan Sutherland, gelegen nabij Golspie in de regio Highland en kijkt uit op de Dornoch Firth/ Noordzee. Dunrobin Castle is privébezit. In het kasteel is een museum ingericht waarin zich ook verschillende Pictische stenen bevinden. Kasteel en tuinen zij opengesteld van april tot half oktober. De tuinen zijn qua opzet vergelijkbaar met die uit Versailles.
Hierna zijn we westwaarts gereden naar Ardveck Castle. Van Ardvreck Castle rest niet meer dan een ruïne. Het uit de 16e eeuw daterende kasteel ligt op de oevers Loch Assynt vlakbij het dorpje Inchnadamph. Het inmiddels verlaten kasteel werd in 1795 getroffen door de bliksem en daardoor grotendeels vernietigd.
Daarna zijn we via een erg mooie route via Lochinver naar het Stoer Head schiereiland gereden. Alleen al vanwege de naam moesten we dit gebied bezoeken. Stoer Head is een schiereiland met op het puntje Stoer Head Lighthouse. De eerste variant van de vuurtoren is in 1870 gebouwd. De vuurtoren zelf is slechts 14 meter hoog maar vanwege de liggen op een 54 meter hoog klif is het licht zichtbaar tot op 44 kilometer afstand.
Wanneer we tijd over hadden gehad hadden we de hike (7 km roundtrip) naar Old Man of Stoer gedaan. De 60 meter hoge zeestack (brandingspilaar). De hoofdzakelijk door schapen bevolkte omgeving is schitterend en voor mij één van de hoogtepunten van deze reis.
Na deze scenic drive vervolgden we onze route richting zuiden er richting Ullapool. Ons B&B blijkt echter nog een stuk zuidelijker te liggen (17 km). Braemore Square Country House is werkelijk een pareltje en de eigenaar en zijn vrouw zijn super aardig. Helaas kwamen we vrij laat aan hebben daardoor van de direct omgeving weinig kunnen zien. De eigenaar is een die hard Liverpool supporter die elke thuiswedstrijd per auto naar Liverpool rijdt (450 mile heen en 450 mile treug), dat is wat je noemt een echte fan!
’s Avonds hebben we in Ullapool gegeten en vervolgens in ons B&B onder het genot van een biertje nog even voetbal gekeken op tv.
Overnachting: Braemore Square Country House nabij Ullapool
Diner:
Km’s: 355 km
Weer: bewolkt/regen, 14 graden
- Published in Schotland
Dag 9: Ullapool – Isle of Skye
De langste rit van deze vakantie stond voor vandaag op het programma. De route loopt door de Wester Ross regio (noordwestelijke Highlands). Via de zuidoever van Little Loch Broom hebben we de A832 gevolgd. Deze weg slingert zich veelal langs de kustlijn en komt langs vele meren als onder andere Loch Ewe, Loch Gairloch en Loch Maree.
Daarna hebben we de A896 langs Upper Loch Torridon en Loch Shieldaig gevolgd om net na Sheildaig de kustweg langs Loch Torridon en de Inner Sound naar het Applecross schiereiland te nemen. Dit veredelde zandpad is erg gaaf om te rijden. De Applecross Inn is een van de gebouwen in een rij in een plaats die op sommige kaarten aangeduid wordt als Applecross maar in feite Shore Street wordt genoemd. Lokaal draagt ze de naam The Street. We hebben hier het haventje bekeken en heerlijk geluncht. Het schiereiland blijkt één de eerste bewoonde regios te zijn geweest maar was tot de 20e eeuw alleen maar via zee of via één van de meest verraderlijke bergpassen van Schotland: Bealach na Ba (Pad van het vee). Deze bergpas overbrugt 626 meter tot onder de berg Sgurr a’ Chaorachain (774 m). Via deze befaamde route zijn we weer richting oosten en bewoonde wereld zijn gereden. De route schijnt erg mooi te zijn maar door heel veel regen en zeer dichte mist, met soms maar een zicht van 10 meter was er helaas weinig van te zien.
Bij Loch Duich hebben we (Schotlands meest gefotografeerde kasteel) Eilean Donan Castle en Carr Brae Viewpoint (weg loopt parallel aan de A87 en biedt mooie uitzichten) bekeken. Eilean Donan Castle (Donan is eiland in het Schots-Gaelisch) is een van oorsprong dertiende-eeuws kasteel, gelegen op 0,8 kilometer afstand van Dornie, op een eiland in Loch Duich. Het heeft een zeer rijke en ook bloedige historie Aan het begin van de achttiende eeuw werd het kasteel opgeblazen. Aan het begin van de twintigste eeuw werd Eilean Donan Castle uitgebreid gerestaureerd en opengesteld voor publiek.
Daarna ging de trip verder naar Plockton. Plockton (378 inwoners) is een dorp aan de oevers van Loch Carron. Door het milde zeeklimaat is het mogelijk dat hier een bepaalde soort palmbomen groeien. Bets wel een surrieel gezicht. Vervolgens zijn we via de brug bij Kyle Of Lochalsh The Isle Of Sky opgereden. Ons B&B stond in Eyre, na de bagage daar te hebben gedropt hebben we in Portree heerlijk gegeten bij Marmalade hotel en restaurant.
Overnachting: Cruinn Bheinn in Eyre
Diner: Marmalade hotel in Portree
Km’s: 383 km
Weer: regen/bewolkt/mist, 14 graden
- Published in Schotland
Dag 10: Sightseeing Isle of Skye
Nadat de eigenaar een prima ontbijtje voor ons had bereid waren we klaar voor een rondje Isle of Sky gedaan. Typisch was dat de B&B eigenaar ons ‘Lads’ bleef noemen, dit voelde toch een beetje als uitgescholden worden.
Isle of Sky is een eiland dat hoort bij de Binnen-Hebriden. Het is zo’n 1656 km2 groot en een mild zeeklimaat met temperaturen tussen 2,2 en 15,7 graden. Wel valt er zo’n 1500 tot 2000 mm regen per jaar. Het gebied is schitterend en eigenlijk had ik hier wel een paar dagen langer willen blijven.
We zijn eerst naar het westen gereden en via Galtrigill kwamen we bij het meest westelijk punt van Isle of Sky: Neist Point. De gelijknamige vuurtoren (hotel) is schitterend gelegen en via een behoorlijke klim bereikbaar. Door richting zuid-oosten, via Struan en Loch Slapin vervolgens naar Elgol. Onderweg viel er nog een koe vanuit een heuvel met struiken voor onze auto, maar gelukkig kon Martijn deze netjes ontwijken. Vanuit Elgol heb je een mooi uitzicht op de Black Cuillin bergen mits het niet mistig en bewolkt is. Helaas hadden wij hier last van dus er viel weinig te zien. In het cafe hebben we ff wat gedronken en gegeten om vervolgens via de eenrichtingsweg weer terug te rijden naar de bewoonde wereld.
Via de A87 en A8555 ging het vervolgens naar het noordelijke gedeelte van het eiland. Het noordelijke gedeelte is heel erg mooi. The Stor is een rotsachtige heuvel ontstaan door een aardverschuiving. Het bestaat uit een aantal rotspilaren met allerlei vreemde vormen waarvan de Old Man of Storr de bekendste is. Je kunt er naar toe hiken (roundtrip: 3,8km), vanwege tijdgebrek hebben wij dit niet gedaan.
Iets verder noordelijk ligt Kilt Rock, een aantal basalt kliffen in vorm van een Kilt. De kliffen zijn tot 35 meter hoog en fotogeniek. Van één de kliffen stort Mealt Falls zich in zee.
Ook de Quiraing is ontstaan uit een aardverschuiving en is zo’n 543 meter hoog en bestaat uit glooiende heuvels/bergen. Het mooie landschap is populair bij wandelaars.
De laatst stop was Duntulm Castle, een ruïne van een 15e eeuws kasteel op het schiereiland Trotternish en kijkt uit op Duntulm Bay. Een wereldse plek en vroeger van strategisch belang. Vanuit Duntulm zijn we terug gereden naar ons B&B.
’s avonds hebben we wederom gegeten bij Marmalade in Portree (getipt op internet en door B&B eigenaar).
Overnachting: Cruinn Bheinn in Eyre
Diner: Marmalade hotel in Portree
Km’s: 351 km
Weer: regen/bewolkt/droog, 11 graden
- Published in Schotland
Dag 11: Isle of Skye – Fort William
Deze dag verlaten we het mooie Isle of Skye via de veerboot vanuit Armadale, we hadden niet gereserveerd dus moesten we daar onder het genot van een koffie en broodje een uurtje wachten. De overtocht naar Mallaig zelf duurt niet lang en iets meer dan een half uur later zetten we voet op vaste wal, voor zover dat kan op een eiland!
De weg van Mallaig richting Fort William (A830) wordt ook wel Road to the Isles genoemd en deze Scenic Drive is erg mooi om te rijden. Van zandstranden tot heuvels en van bossen tot heide. De uitzichten op de eilanden Rum, Eigg, Muck, Canna en Sky zijn prachtig.
De eerste stop de Scenic Drive stop op de route was Camusdarach Beach (de witte stranden bij Morar) waar we even hebben rondgelopen en wat foto’s hebben geschoten. Volgens de lengende zou er een 12 meter lang monster leven (wat hebben de Schotten toch met monsters). Je raadt het al, wij hebben hem niet gezien 😉
Verder land inwaarts op noordoever van het 28 km lange Loch Sheil (19.6 km2 groot) ligt het dorpje Glenfinnan met z’n 20 meter hoge monument voor Bonnie Prince Charlie die hier de 2e Jacobiteinse opstand begon. Er was echter weinig bijzonders aan en om dichterbij te kijken moest er weer eens entree betaald worden dus zijn we verder gegaan. Glenfinnan zelf is wereldberoemd om zijn Viaduct, de befaamde treinbrug uit de Harry Potter films en onderdeel van het stoomtreintraject van the Jacobite steam train van Fort William naar Mallaig. De brug uit 1901 is schitterend gelegen tussen de groene heuvels.
We zijn de weg verder gevolgd richting Fort William en vervolgens A82 in noord oostelijke richting naar Spean Bridge waar het Commando Memorial monument in Lochaber met als achtergrond de bergen Ben Nevis en Aonach Mòr staat. De Ben Nevis is met 1345 meter de hoogste berg van Groot Brittanie.
Vervolgens zijn we teruggereden naar Fort William. For William is met zo’n 10500 inwoner op Inverness na de grootste stad van de highlands en een waar toeristen oord voor wandelaars en klimmers. Via de A82 zijn we vervolgens verder gereden naar het zuid westen langs, Loch Eil voor een ommetje Loch Leven. Loch Leven ligt bijzonder mooi tussen de groene heuvels. Na het rondje Loch Leven zijn we terug gereden naar ons B&B in Corpach. Onze overnachting was in het Neuk Guest House
Overnachting: Neuk Guest House in Corpach
Diner:
Km’s: 269 km
Weer: zon/bewolkt, 13 graden
- Published in Schotland
Dag 12: Fort William – Oban
Na eerst even bij Loch Eil te hebben bekeken in Carpoch, het plaatsje naast Fort William waar we verbleven, zijn we naar het prachtige Glen Coe en Glen Etive gereden via de A82. Van Loch Linhe volgt de route de zuid oever van Loch Leven om vanaf het dorpje Glen Coe de vallei landinwaarts te volgen. Dit gedeelte van de A82 wordt geprezen om zijn pracht en ik kan het alleen maar beamen. De Glen Coe is een grote vulkaanvallei. De 12,5 km lange vallei is in de ijstijd door een gletsjer uitgesleten, en heeft een brede U-vorm. De vallei is genoemd naar de erdoorheen stromende rivier de Coe. Samen met Ben Nevis onderdeel van het Ben Nevis and Glen Coe National Scenic Area (903 km2).
Buachaille Etive Mòr ligt op de noordpunt van Glen Etive of wordt ook wel The Buachaille genoemd. De berg is 1021 meter hoog en met zijn pyramide vorm één Schotlands bekendste bergen. Tussen Buachaille Etive Mòr en Kingshouse Hotel volgt een klein één richtings weggetje de stroom van River Etive zuidwaards tot aan Loch Etive. De omgeving was erg mooi en dat zo goed als zonder andere toeristen. Na deze onverwachte sidetrip zijn via de dezelfde weg teruggereden naar de A82.
Vervolgens ging het via deze A82 terug naar het westen tot aan Loch Linnhe met een tussenstop bij het Three Sisters viewpoint. De Gearr Aonach (Short Ridge), Aonach Dubh (Black Ridge) en Beinn Fhada (Long Hill) zijn drie beroemde toppen die de drie gezusters vormen en onderdeel zijn van de bergketen Bidean nam Bian (1150 m). Helaas hadden we de zon pal tegen waardoor de 3 bergtoppen niet goed vast te leggen waren. Langs de oever/kust van Loch Linnhe vervolgden we onze trip naar het zuiden.
De volgende stop deze dag was het eiland Seil. Seil ligt zo’n 13 kilometer van Oban en is één van de Slate eilanden van de Binnen Hebriden in de Firth of Lorn is 1329 hectare groot en heeft zo’n 550 inwoners. Het eiland is via de mooie Atlantic Bridge verbonden met het vaste land. Op Seil hebben we Easedale bezocht en na daar te hebben rondgekeken hebben we nog enkele potjes midgetgolf gespeeld. Vervolgens zijn we terug gereden naar Oban waar we McGaigs Tower, een schotse variant op het colosseum hebben bezocht. Het was lastig te vinden ivm slechte aanwijzingen en de vele eenrichtingswegen. Het bouwwerk bleek ook niet echt de moeite waard en een bezopen schotse puber met nog anderhalve tand maakte het er ook niet gezelliger op. Later deze dag hebben we nog even in het centrum van Oban rondgekeken en gegeten bij het Candolion Hotel.
Overnachting: Kathmore Guest House
Diner: The Oban Caledonian
Km’s: 222 km
Weer: bewolkt, 12 gaden
- Published in Schotland