Dag 7: Hakone
Met de trein zijn we vanuit Tokyo via Odawara naar Hakone gereisd. Hier kochten we de Hakone Free Pass, kortingskaart voor het openbaar vervoer in de Hakone regio. Van daaruit ging het met japans oudste bergtrein, de Hakone Tozan zigzagtrein verder de berg op in een mooie groene en heuvelachtige omgeving naar Gora. Vanuit Gora ging de reis verder omhoog met de Hakone Tozan Cablecar naar Souzan. Vanuit Souzan zijn we per Hakone kabelbaan naar het prachtige Owakudani (dal van het grote koken) aangekomen. Hier hebben tijdens een korte wandeling de zwavelhoudende en stinkende stoomgaten bekeken. Daar waar het de hele reis behoorlijk rustig was, stikte het hier van de japanners die allemaal een eitje kwamen koken in het kokende water.
Vanuit Souzan ging het per kabelbaan verder bergaf naar het Ashinoko meer. Vanaf het Ashinoko meer zou je een goed uitzicht op de beroemdste berg van Japan, Mt Fuji, moeten hebben. Helaas was het erg mistig zodat we één van de hoogtepuntjes van onze reis niet hebben gezien. Hier baalden we behoorlijk van maar helaas.
Per enorme kitscherige replica van westerse boot (maar altijd nog beter dan superneppe piratenboten) vaarden we naar Moto Hakone. Van hieruit hebben we een bus genomen naar Minshuku Ashi. Een minshuku is een japanse stijl Bed & Breakfest met kamers waar je slaapt op een matrasje die je uitlegt op bamboe tatami matten en veelal gezamelijk eet in soort van eetzaal. Dit betekent uiteraard schoenen uit, slippers aan en als je het helemaal op z’n japans wil doen kimono aan en naar de onsen (bad) waar je na jezelf te hebben gewassen heerlijk ontspant in het warme water.
Enige tijd later werden we geroepen voor het eten in de gezamelijke eetkamer waar we tussen de dronken japanse gastarbeiders aan een lage tafel een diner in japanse stijl voorgeschoteld kregen. Ook hier weer zeer veel verschillende bakjes en potjes met ondefinieerbaar eten en japanse groene thee. Voor ons gevoel zaten de japanse gasten ons compleet te begekken hoe we zaten te kloten met het eten met stokjes. Eén van die gasten was zo aardig om aan de gastvrouw een ‘Spoon’ vragen voor mij. De bitch riep echter direct terug: ‘No Spoon’, en bedankt. Dus maar verder aangekloot met de stokjes. Verder was er in het hotel of omgeving niets te beleven dus zijn op tijd gaan slapen na een lange reisdag waar we in totaal met 6 verschillende vervoersmiddelen tot onze eindbestemming zijn gekomen.
Overnachting: Minshuku Ashi
Diner: japans in Minshuku Ashi
Weer: bewolkt en warm
- Published in Japan
Dag 10: Sightseeing Isle of Skye
Nadat de eigenaar een prima ontbijtje voor ons had bereid waren we klaar voor een rondje Isle of Sky gedaan. Typisch was dat de B&B eigenaar ons ‘Lads’ bleef noemen, dit voelde toch een beetje als uitgescholden worden.
Isle of Sky is een eiland dat hoort bij de Binnen-Hebriden. Het is zo’n 1656 km2 groot en een mild zeeklimaat met temperaturen tussen 2,2 en 15,7 graden. Wel valt er zo’n 1500 tot 2000 mm regen per jaar. Het gebied is schitterend en eigenlijk had ik hier wel een paar dagen langer willen blijven.
We zijn eerst naar het westen gereden en via Galtrigill kwamen we bij het meest westelijk punt van Isle of Sky: Neist Point. De gelijknamige vuurtoren (hotel) is schitterend gelegen en via een behoorlijke klim bereikbaar. Door richting zuid-oosten, via Struan en Loch Slapin vervolgens naar Elgol. Onderweg viel er nog een koe vanuit een heuvel met struiken voor onze auto, maar gelukkig kon Martijn deze netjes ontwijken. Vanuit Elgol heb je een mooi uitzicht op de Black Cuillin bergen mits het niet mistig en bewolkt is. Helaas hadden wij hier last van dus er viel weinig te zien. In het cafe hebben we ff wat gedronken en gegeten om vervolgens via de eenrichtingsweg weer terug te rijden naar de bewoonde wereld.
Via de A87 en A8555 ging het vervolgens naar het noordelijke gedeelte van het eiland. Het noordelijke gedeelte is heel erg mooi. The Stor is een rotsachtige heuvel ontstaan door een aardverschuiving. Het bestaat uit een aantal rotspilaren met allerlei vreemde vormen waarvan de Old Man of Storr de bekendste is. Je kunt er naar toe hiken (roundtrip: 3,8km), vanwege tijdgebrek hebben wij dit niet gedaan.
Iets verder noordelijk ligt Kilt Rock, een aantal basalt kliffen in vorm van een Kilt. De kliffen zijn tot 35 meter hoog en fotogeniek. Van één de kliffen stort Mealt Falls zich in zee.
Ook de Quiraing is ontstaan uit een aardverschuiving en is zo’n 543 meter hoog en bestaat uit glooiende heuvels/bergen. Het mooie landschap is populair bij wandelaars.
De laatst stop was Duntulm Castle, een ruïne van een 15e eeuws kasteel op het schiereiland Trotternish en kijkt uit op Duntulm Bay. Een wereldse plek en vroeger van strategisch belang. Vanuit Duntulm zijn we terug gereden naar ons B&B.
’s avonds hebben we wederom gegeten bij Marmalade in Portree (getipt op internet en door B&B eigenaar).
Overnachting: Cruinn Bheinn in Eyre
Diner: Marmalade hotel in Portree
Km’s: 351 km
Weer: regen/bewolkt/droog, 11 graden
- Published in Schotland
Dag 12: Fort William – Oban
Na eerst even bij Loch Eil te hebben bekeken in Carpoch, het plaatsje naast Fort William waar we verbleven, zijn we naar het prachtige Glen Coe en Glen Etive gereden via de A82. Van Loch Linhe volgt de route de zuid oever van Loch Leven om vanaf het dorpje Glen Coe de vallei landinwaarts te volgen. Dit gedeelte van de A82 wordt geprezen om zijn pracht en ik kan het alleen maar beamen. De Glen Coe is een grote vulkaanvallei. De 12,5 km lange vallei is in de ijstijd door een gletsjer uitgesleten, en heeft een brede U-vorm. De vallei is genoemd naar de erdoorheen stromende rivier de Coe. Samen met Ben Nevis onderdeel van het Ben Nevis and Glen Coe National Scenic Area (903 km2).
Buachaille Etive Mòr ligt op de noordpunt van Glen Etive of wordt ook wel The Buachaille genoemd. De berg is 1021 meter hoog en met zijn pyramide vorm één Schotlands bekendste bergen. Tussen Buachaille Etive Mòr en Kingshouse Hotel volgt een klein één richtings weggetje de stroom van River Etive zuidwaards tot aan Loch Etive. De omgeving was erg mooi en dat zo goed als zonder andere toeristen. Na deze onverwachte sidetrip zijn via de dezelfde weg teruggereden naar de A82.
Vervolgens ging het via deze A82 terug naar het westen tot aan Loch Linnhe met een tussenstop bij het Three Sisters viewpoint. De Gearr Aonach (Short Ridge), Aonach Dubh (Black Ridge) en Beinn Fhada (Long Hill) zijn drie beroemde toppen die de drie gezusters vormen en onderdeel zijn van de bergketen Bidean nam Bian (1150 m). Helaas hadden we de zon pal tegen waardoor de 3 bergtoppen niet goed vast te leggen waren. Langs de oever/kust van Loch Linnhe vervolgden we onze trip naar het zuiden.
De volgende stop deze dag was het eiland Seil. Seil ligt zo’n 13 kilometer van Oban en is één van de Slate eilanden van de Binnen Hebriden in de Firth of Lorn is 1329 hectare groot en heeft zo’n 550 inwoners. Het eiland is via de mooie Atlantic Bridge verbonden met het vaste land. Op Seil hebben we Easedale bezocht en na daar te hebben rondgekeken hebben we nog enkele potjes midgetgolf gespeeld. Vervolgens zijn we terug gereden naar Oban waar we McGaigs Tower, een schotse variant op het colosseum hebben bezocht. Het was lastig te vinden ivm slechte aanwijzingen en de vele eenrichtingswegen. Het bouwwerk bleek ook niet echt de moeite waard en een bezopen schotse puber met nog anderhalve tand maakte het er ook niet gezelliger op. Later deze dag hebben we nog even in het centrum van Oban rondgekeken en gegeten bij het Candolion Hotel.
Overnachting: Kathmore Guest House
Diner: The Oban Caledonian
Km’s: 222 km
Weer: bewolkt, 12 gaden
- Published in Schotland
Dag 9: Calgary – Banff
Dag 9: Calgary – Banff
Net buiten Calgary hebben we deze ochtend het oude olympische complex bezocht waar in 1988 de olympische winterspelen zijn gehouden. Behalve de bobsleebaan en de ‘grote schans’ was er weinig meer te beleven. Dit is wanneer er een dik pak sneeuw ligt waarschijnlijk wel anders.
We zochten eigenlijk de schaatsbaan waar vele Nederlandse successen zijn geboekt (5 medailles op de spelen). Volgens een Nederlands echtpaar die we spraken moesten we terug naar de universiteit van Calgary waar de schaatsbaan zich bevond. Zo gezegd, zo gedaan toen hebben we de Olympic Oval gelukkig gauw gevonden. Tot onze verbazing konden/mochten we daar zo naar binnen lopen en bevonden we ons op enkele meters van de Koreaanse schaatsploeg en de amerikaanse schaatslegende Shani Davis.
Hierna was het tijd om richting de Canadese Rockies te rijden. De glooiende heuvels van de prairie werden al gauw hoger en niet veel later zagen we de eerste bergen van onze reis. Voor mij was het de eerste keer dat ik echt besneeuwde toppen zag en ik moet zeggen dat is best indrukwekkend. Vlakbij het plaatsje Canmore heb je een schitterend uitzicht op 3 bergtoppen. Big Sister (Faith, 2936 m), Middle Sister (Charity, 2769 m) en Little Sister (Hope, 2694 m) vormen samen The Three Sisters en zijn erg fotogeniek. De Rocky Mountains strekken zich trouwens uit van Mexico tot aan Alaska over maar liefst 4800 kilometer. Wij zullen op onze reis slechts een heel klein gedeelte van deze bergketen verkennen.
Vlakbij Banff hebben we de prachtige Lake Minnewanka Scenic Drive gereden met als eerste stop het erg mooie recreatie gebied Cascade Ponds met op de achtergrond de 2948 meter hoge Mount Rundle. De Route loopt daarna langs Two Jack Lake met op de achtergrond ook weer de imposante Mount Rundle. Net naast de Scenic Drive ligt het mooie Johnson Lake. Terug op de Scenic Drive zijn we naar maar liefst 21 kilomter lange (stuw) meer Lake Minnewanka gereden. Op de bodem van het meer ligt nog een dorp waar je naar kunt duiken/snorkelen. We moesten regelmatig stoppen voor overstekende berggeiten. Ander wild zoals hig horn sheep, herten, vossen, wolves, coyotes of beren hebben wij niet gezien maar worden hier regelmatig gespot.
Terug in banff hebben we de nabij gelegen Hoodoos bekeken, door water en wind uitgesleten rotsformaties gelegen tussen de dennen aan de Bow River. Erg tof om te zien. Hiermee zat onze eerste, maar zeer indrukwekkende dag in ‘The West’ erop. Moe, maar zeker voldaan hebben we ons bed opgezocht in de Spruce Grove In hadden we trouwens een erg gave kamer van 2 verdiepingen inclusief jacuzzi (die het helaas ineens niet meer deed).
Overnachting: Spruce Grove in
Diner: ???
Aantal km’s: 140 km
Weer: Droog, zonnig
- Published in Canada
Dag 10: Banff
Dag 10: Banff
Banff ligt in het gelijknamige National Park en is zo’n 6641 km2 groot. Het in 1885 opgerichte national park was het eerste in Canada en staat op de werelderfgoedlijst. Het park ligt vol rivieren, meren, bergen en gletschers en trekt jaarlijks zo’n 8 miljoen bezoekers. We vonden het op Johson Canyon na overal vrij rustig. Om de parken te kunnen bezoek heb je een parkpass nodig. Je kunt een dagkaart kopen maar voordeliger is om Discovery Pass aan te schaffen. Deze geeft je gedurende een jaar toegang tot 80 Canadese nationale parken. De opbrengst wordt gebruikt voor de bescherming en onderhoud van de parken.
We zijn deze dag begonnen bij de Bow Falls, de watervallen in de Bow River. De waterval is slechts 9 meter hoog maar erg populair omdat het dicht bij Banff en het gigantisch luxe Banff Springs Hotel ligt. Het was onze eerste waterval in West Canada dus toen nog best indrukwekkend. Vermillion Lakes was onze volgende stop. het ligt ten westen van Banff en geeft het mooiste uitzicht (volgens de kenners) op Mount Rundle.
De Bow Valley Parkway is de scenic drive van 51 km die we hierna hebben gereden. Het is de oude weg tussen Banff en Lake Louise en loopt parallel aan de snelweg Trans-Canada Highway en is een mooie route met tal van bezienswaardigheden. Stop bij alle uitzichtpunten en stap uit, kijk rustig rond en geniet van de mooie natuur en het wild dat hier regelmatig wordt gespot.
Onze eerste stop was het ‘moeras’ van de Backswamp waar je vanaf het sightseeing point een mooi uitzicht hebt op de Bow Valley en het moeras. Mule Shoe Lake, een meer in de vorm van een hoefijzer door dennen was de volgende stop. Johnston Canyon is een must stop. We hebben hier de hike gedaan, een erg mooie route en populaire wandelroute langs snel stromende water met enkele watervallen. Vanwege ene pijnlijk been ben ik niet verder gelopen dan de Lower falls, Martijn is doorgelopen tot aan de Upper Falls. Een uitgebreide omschrijving van de hike vindt je hier. Bij de parkeerplaats van de Canyon stond een mooi authentiek Office gebouw met een oude pomp en oldtimer, gaaf.
Bij het Moose Meadows uitzichtpunt stopten we omdat we een wolf zagen tussen het hoge gras met Castel Mountain als achtergrond. Ons eerste roofdier! Er stopten na ons nog een auto of 3 en het bleken allemaal Nederlanders. It’s a small world after all.
Even verderop bij de Castle Junction ligt een vakantiepark met chalets genaamd Castle Mountain Chalets. Vanaf daar heb je een goed uitzicht op de 2766 meter hoge Castle Mountain. Een stukje verder aan de route ligt Baker Creek. Naast Grizzly beren en wolven wordt er ook regelmatig een lynx gespot. Helaas voor ons was er alleen een stromend watertje tussen de dennenbomen. Hierna komt de Bow Valley Parkway weer uit op de Trans-Canada Highway. Via deze laatste zijn we terug gereden naar Banff en hebben we nog een paar foto’s geschoten van Vermillion Lake.
Overnachting: Spruce Grove in
Diner: ???
Aantal km’s: 70 km
Weer: Droog, zonnig
- Published in Canada
Dag 11: Banff – Lake Louise
Dag 11: Banff – Lake Louise
Via de Trans-Canada Highway zijn we naar Lake Louise gereden. Na onze bagage te hebben gedropt in het hotel (Lake Louise Inn) verlieten we Banff National Park om naar het Yoho National Park in de provicie Brittish-Columbia te rijden. Yoho National Park is zo’n 1300 m2 groot en er ligt slechts 1 plaats in hele park (Field). (Kaartje Yoho NP >>>)
Vlakbij Field, midden in Yoho National Park, liggen de Spiral Tunnels, te bekijken vanaf het gelijknamige view point. Dit zijn twee zogenaamde keertunnels, tunnels in een berg waarbij een in een helling liggende spoorlijn geheel in het rond gaat en op een ander hoogte in dezelfde richting verder gaat. Als je geluk hebt zie je hier een enorm lange goederen trein dan de transcontinentale Canadian Pacific Railway (Vancouver – Montreal) door de berg krullen om hoogteverschil te overbruggen. Een erg indrukwekkend gezicht en dan te bedenken dat men dit fijne stukje techniek al begin 1900 heeft aangelegd.
Via de Yoho Valley Road door de gelijknamige vallei zijn we naar Takakkaw Falls gereden met onderweg stops bij het Upper Spiral Tunnel Scenic Viewpoint en het Meeting de Waters viewpoint waar Yoho river samen komt met een ander riviertje. Takakkaw Falls is met z’n 380 meter hoogte de op 2 na grootste waterval van Canada.
Voor mij was het de mooiste waterval die ik tot op dat moment heb gezien. Niet alleen door de waterval zelf maar ook zeer zeker door de mooie omgeving en de vrijheid die je hebt om er rond te lopen zonder drommen toeristen. Een heerlijke plek en een absolute aanrader. (in het voorjaar schijnt hij op z’n mooist te zijn. De Yoho Valley Road is echter dicht van oktober tot juni).
Via dezelfde weg gaat het terug naar de Trans-Canada Highway. Vlak na Field zijn we rechtsaf geslagen naar de Emerald Lake Road. Op de route naar Emerald Lake ligt Natural Bridge. Een door het water uitgesleten rots die zoals de naam al zegt, een natuurlijke brug over de Kicking Horse River vormt.
Lake Emerald zelf is echt waanzinnig mooi. Het ligt tussen de bergen van de President Range, Mount Burgess en Wapta Mountain en is omsloten door vooral naaldbomen. Z’n naam dankt het aan de turquoise kleur van het water en komt van verpoederd limestone dat als gletscher sediment in het meer terecht is gekomen. Omdat het zo hoog ligt is het meer van november tot juni bedekt met een laag ijs en wordt er gelanglauft. Zomers kun je er wandelen en kano’s huren. Wij hebben een bakkie koffie gedronken in het idyllische houten theehuis wat een perfecte plek is om onder genot van een kopje koffie van het schitterende uitzicht te genieten.
Hierna hebben we Yoho National Park verlaten en zijn we terug gereden naar Lake Louise om van daaruit de Moraine Lake Drive naar Moraine Lake te rijden.
Moraine Lake is zo’n 50 hectare groot en ligt in de Valley of the Ten peaks op 1885 meter hoogte. Ook dit meer is turquoise van kleur door het sediment dat in het gletsjerwater zit. Het meer en de omgeving zijn werkelijk prachtig en gaven mij wel even kippenvel, zo mooi. Het uitzicht vanaf de Rockpile trial is niet alleen één van Canada’s meest gefotografeerde plekken maar was ooit ook te zien op een 20 dolar biljet en wordt daarom wel de ‘Twenty Dollar View’ genoemd. Helaas hadden we de zon tegen waardoor de foto’s niet echt geweldig zijn geworden.
Ook bij dit meer zijn diverse wandelroutes uitgezet (pas op voor beren) en kun je kano’s huren. De weg naar het meer is alleen tussen juni en september te bereiden en ligt de rest van het jaatr bedekt onder een pak sneeuw.
Het begon nu al donker te worden dus zijn snel terug gereden om Lake Louise (het meer) te bekijken. Lake Louise is vernoemd naar de engelse prinses Louise Carline Alberta, naar haar is ook de provincie Alberta vernoemd trouwens. Ook dit meer wordt gevoed door gletsjers en heeft daar de smaragdgroene kleur aan te danken. Het meer is slechts 800m2 groot en ligt op zo’n 1750 meter hoogte. Het bekendste meer van de Canadese Rockies is wel heel erg populair bij toeristen en verliest daardoor wel een beetje van zijn charme. Helemaal vanwege het gigantische Fairmont Lake Louise Hotel. Lake Louise is hét skigebied van Canada.
Vervolgens zijn we naar ons hotel in Lake Louise gereden
Wat een overweldigend mooie dag was dit. Drie onwijs mooie meren en een geweldige waterval, wat kan de natuur toch mooi zijn.
Overnachting: Lake Louise Inn
Diner:
Aantal km’s: 179 km
Weer: Zon, droog
- Published in Canada
Dag 12: Lake Louise – Jasper
Dag 12: Lake Louise – Jasper
Deze nacht bleek het 4 graden gevroren te hebben en was het inderdaad behoorlijk fris. Gelukkig waren wij dat ook en konden we aan de trip naar Jasper beginnen. Via de Icefields Parkway gaat de route richting noorden. De eerste bezienswaardigheid aan de route was Herbert Lake enkele kilometers verder volgde Hector Lake. Het volgende meer dat we hebben bezocht was Bow Lake met als achtergrond de Wapta- en Crowfoot gletchers en Bow Peak, Mt Thompson en Crowfoot Mountain. De volgende stop was Peyto Lake met zijn melk blauwe water is het best te bekijken vanaf het Bow Summit Pass Viewpoint. Een stevige wandeling bergop geeft je een echt schitterend uitzicht op het meest gefotografeerde meer van Canada. Het volgende meer was Mistaya Lake, dit meer was toch iets minder mooi vergeleken bij de pracht van de hiervoor bezochte meren. Mistaya Canyon is het bezoeken wel waard. Na een korte hike kom je bij de wild stromende Mistaya River. Waterfowl Lake was het op één na laatste meer dat we deze dag hebben bekeken. Bij Columbia Icefields hebben we op de Athabasca gletscher gewandeld. Heel bijzonder was het niet. Wel verontrustend was dat de gletscher in enorm tempo kleiner wordt. En dan zijn er nog mensen die Global Warming ontkennen! Na de Icefields hebben we de Sunwapta Falls en Athabasca Falls bezocht. Bij Moab Lake hebben we nog enkele foto’s geschoten. Hierna wilden we naar Mt Edith Cavell rijden. De tank van de auto was echter al behoorlijk leeg en de weg slingerde maar omhoog, ik kon het niet meer hebben aangezien de meter steeds verder in het rood kwam. Na behoorlijk op Martijn te hebben ingepraat zijn we uiteindelijk omgekeerd en naar Jasper gereden. Gelukkig hebben we het zonder te hoeven duwen gehaald. En na een lange dag hebben we ons hotel (Marmot Lodge) opgezocht.
Overnachting: Marmot Lodge
Diner:
Aantal km’s: 259 km
Weer:
- Published in Canada
Dag 13: Jasper
Dag 13: Jasper
Het stadje Jasper ligt aan de Athabasca rivier en bij de rivier waren deze ochtend vele herten te zien. Na enkele foto’s te hebben geschoten van de beesten zijn we doorgereden naar Beauvert Lake bij het Jasper Park Lodge. Daar vlakbij lag verscholen tussen de bomen nog een mooi meertje. Lake Annette en Lake Edith waren de volgende meren die we bezochten. Via Medicine Lake belanden er uiteindelijk bij Maligne Lake. Waar we hebben rondgestruind en een kopje koffie hebben gedronken in het restaurant. Hierna zijn we terug gereden naar Jasper.
Overnachting:
Diner:
Aantal km’s: 93 km
Weer:
- Published in Canada
Dag 14: Jasper – Clearwater
Dag 14: Jasper – Clearwater
Na Lake Patricia en Pyramid Lake te hebben bekeken namen we afscheid van Jasper en zijn we via de Yellowhead Highway naar Clearwater gereden. Die middag hebben we Wells Gray Provincial Park bezocht. Het ruim 5250 vierkante kilometer grote park heeft als bijnaam Canada’s Waterfalls Park aangezien er 39 watervallen te vinden zijn. We hebben er hier een aantal van bezocht. De eerste waterval die we bezochten was de Spahats Falls, ruim 60 meter hoog en vanaf een viewpoint goed te bekijken. Dawson Falls was de 2e waterval die we bezochten maar was niet zo heel bijzonder. Helmcken Falls daarintegen is wel erg mooi. Het water valt hier 141 meter omlaag. Bij Bailey’s Chute, een lage waterval in de Clearwater River zou er aan het eind van zomer zalm te zien moeten zijn die over de waterval springen. Waarschijnlijk was half september te laat want we hebben er slechts enkele gezien. Wel hebben we een otter gespot die druk in de weer was. Op de terugweg naar Clearwater was het dan eindelijk zo ver en zagen we in een weiland in de verte onze eerste beer. Martijn floot en de beer keek ook nog eens nieuwsgierig om. Toen we verder wilden rijden staken er zelfs nog twee over. Erg cool. We hebben overnacht in de Clearwater Lodge.
Overnachting: Clearwater Lodge
Diner:
Aantal km’s: 420 km
Weer:
- Published in Canada
Dag 15: Clearwater – Gold Bridge
Dag 15: Clearwater – Gold Bridge
De route van Clearwater naar het Tyax Mountain Lake resort nabij Goldbridge was in vergelijking met de natuur die we de dagen ervoor hebben gezien veel minder indrukwekkend. Via de Southern Yellowhead Highway ging het richting zuiden en vanaf Kamloops via de Trans-Canada Highway naar het westen. Om vervolgens via de Cariboo Highway en Duffey Lake Road in Lilooet uit te komen. Vandaar werd het een gravelweg langs Carpenter Lake naar de eindbestemming. Deze laatste weg was eingelijk niet geschikt voor een 2 wheel drive. De weg lag bezaaid met rotsen die van de hellingen af waren komen rollen en het werd een behoorlijk geslinger om deze te ontwijken. Uiteindelijk bereikten we dan het Tyax Mountain Lake Resort. En het was de de moeilijke route dubbel en dwars waard. Wat een schitterend resort op een nog mooiere plek. Gelegen aan een meertje tussen de dennen en ingeklemd tussen de bergen. Heel erg gaaf.
Overnachting: Tyax Mountain Lake Resort
Diner:
Aantal km’s: 398 km
Weer:
- Published in Canada
- 1
- 2