
Via de wegnummer 917 over de Hellisheiði hoogvlakte ging het richting Norðurland eystra (Noordland oost). Onderweg nog even een photostop gehouden bij de Gljúfursárfoss (kloofrivierwaterval) in de Gljúfursá rivier vlak voordat deze uitmondt in het Vopnafjörður-fjord. Nabij Vopnafjörður gaat de 917 over in de 85 en rijden verder noord- en oorstwaards naar Þórshöfn (Thórshöfn). In dit kleine plaastje hebben we gelunched. De 85 gaat nu westwaards en dan richting zuiden naar Vatnajökull National Park. De Ásbyrgi Canyon is een 4 kilometer lange V-vormige kloof met in het midden een 25 meter hoge rots. Eyjan genaamd en zeer steile rotswanden tot wel 100 meter hoog. De Ásbyrgi Canyon heeft de vorm van de hoef van een paard.
Over de onverharde maar redelijk begaanbare gravel route 864 ging het richting zuiden voor 3 gave watervallen in de 206 km lange Jökulsá á Fjöllum gletsjerrivier die vanaf de Vatnajökull komt.
De Hafragilsfossis de eerste op deze route en in de Jökulságljúfur kloof. De waterval is 91 meter breed en 27 meter hoog.
Enkel kilometers verder ligt de Dettifoss, het is de krachtigste waterval van europa qua waterverplaatsing en 44 meter hoog en 100 meter breed.
De selfoss waterval is pas na het nodige klim en klauterwerk bereikbaar maar het is het waard. Het water valt via tientallen kleine watervalletjes 11 meter omlaag. Heel gaaf om te zien.
Guesthouse Stadarholl ligt in de middle of nowhere richting Husavik. Gelukkig hadden we navigatie! ’s avonds hebben we in het guesthouse gegeten. Pal naast ons geusthouse ligt grenjaðarstaður (een museum met turfhuisjes) met een mooi verlicht wit kerkje er naast. Hier hebben we ’s avonds nog wat foto’s geschoten.
Overnachting: Husavik – Guesthouse Stadarholl
Diner: Husavik – Guesthouse Stadarholl
Gereden km’s:
Weer: zon, 9 graden