
Helaas alweer de laatste dag Ijsland. Aangezien we vanwege de mist het Reykjanes schiereiland niet goed hadden kunnen bekijken was het vandaag tijd voor poging 2. Via de wegen 40, 41 en 42 ging het zuidwaards.
De eerste stop was op een op het oog vrij lugubere plek namelijk een stokvis droogplaats. Duizenden vissen hingen aan hun staart te drogen aan enorme stellingen. Het zag er niet alleen smerige uit, het stonk er ook nog eens erg. Na enkele foto’s zijn we dan ook ook gauw doorgereden naar het geothermische gebied Krýsuvík waar we Seltún ‘veld’ hebben bekeken. Kokend water, kolkende modder, rokende zwavel putten tussen schitterend gekleurde grond erg gaaf en het bezoeken waard.
Op weg 427 aangekomen zijn we westwaards gereden waar we vlakbij Selatangar door een onwijs mooi veld van met mos bedekt lava kwamen.
Met een kleine detour op de 43 zijn noordwaards gereden om bij The Blue Lagoon, werelds meest beroemde geothermische bad uit te komen. Via een klein weggetje kun je tot vlak aan het water komen (van een ander meer) en hebben we wat foto’s geschoten.
Terug Naar de rondweg waar de 427 was overgegaan 425 richting westen lig op het zuidwestelijkste punt van IJsland de Gunnuhver Hot Springs. Een zeer fotogeniek gebied met al dan niet met mos bedekte rotspartijen, dampende poelen en uitzicht op de Reykjanes vuurtoren.
Dit was de laaste stop voor we via de 425, 44 en 41 aankwamen bij Keflavik International Airport wear we auto inleverden en enige tijd later onze korte vlucht terug naar Schiphol vertrok.
Weer: wisselvallig maar droog
km’s: 144 km